vrijdag 24 januari 2014

Forse stijging van aantal hypothecaire leningen eind 2013


VCB vreest voor terugval begin 2014

 

Tijdens de eerste drie trimesters van 2013 lag het aantal hypothecaire leningen voor nieuwe woningen 7,9% lager dan tijdens de eerste drie trimesters van 2012 maar tijdens het vierde trimester van 2013 15,5% hoger. Dat blijkt uit recente gegevens van de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK). De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) ziet een parallel met de sterke toename van het aantal bouwaanvragen naar het einde van 2013. Die versnelling is er gekomen doordat opdrachtgevers tegen het einde van 2013 nog aan de strengere eisen op het vlak van (hernieuwbare) energie hebben willen ontsnappen. De VCB vreest dan ook voor een terugval in het eerste trimester van 2014.

 

In Vlaanderen hebben heel wat opdrachtgevers tegen het einde van 2013 versneld een bouwaanvraag ingediend om te ontsnappen aan het lagere maximale E-peil (E60) en het verplicht aandeel aan hernieuwbare energie die de Vlaamse overheid vanaf 1 januari 2014 aan alle nieuwe woningen oplegt. Het is dus normaal dat het aantal stedenbouwkundige vergunningen en tegelijk het aantal toegekende hypothecaire kredieten voor nieuwe woningen naar het einde van 2013 is toegenomen. Door deze anticipatie ligt het aantal toegekende hypothecaire kredieten voor het volledige jaar 2013 slechts 2,5% lager dan in 2012. Zonder deze anticipatie zou de terugval groter zijn geweest.

 

De VCB vreest dan ook dat de stijging die zich in het vierde trimester heeft voorgedaan, niet duurzaam zal zijn. De VCB waarschuwt integendeel voor een terugval begin 2014. Uit een bevraging van de VCB bij de aannemers eind 2013 over de toekomstige evolutie van de woningbouwactiviteit is gebleken dat maar liefst 59% tijdens de komende drie maanden een verdere vermindering van de orders voor nieuwe huizen verwachtte. Op het vlak van orders voor nieuwe flats verwachtte 52% voor de komende drie maanden een verdere daling.

 

Marc Dillen

Directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw



Aantal toegekende hypothecaire leningen

 

 
Eerste 9 maanden
Laatste 3 maanden
Volledig jaar
2013 in vergelijking met 2012
- 7,9%
+ 15,5%
- 2,5%

 

vrijdag 17 januari 2014

Bouw promoot TSO via bouwbachelor


68% instroom uit TSO en 25% uitstroom naar masteropleiding

 

De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) heeft de professionele bachelor bouw altijd aanzien als van cruciaal belang voor de promotie van het Technisch Secundair Onderwijs. Om jongeren en hun ouders ervan te overtuigen een TSO-opleiding te volgen is het belangrijk dat ze weten dat ook TSO toegang verschaft tot een hogere opleiding. De cijfers die de VCB recentelijk van vijf hogescholen heeft ontvangen, geven haar gelijk. Gemiddeld komen 68% van de studenten die een opleiding voor bachelor bouw aanvangen, uit TSO. Bovendien wil 25% van de afgestudeerde professionele bachelors bouw nadien verder studeren voor een masterdiploma.

 

Slechts 10 à 20 buitenlandse ingenieurs

 

Begin 2013 heeft de VCB nog acties ondernomen om buitenlandse ingenieurs aan te werven, onder meer uit Nederland en Portugal. Maar een jaar later zijn amper 10 à 20 buitenlandse ingenieurs actief betrokken bij bouwplaatsen in ons eigen land. Voor anderstalige ingenieurs (Portugezen, Spanjaarden en Oost-Europeanen) vormen de beperkte communicatiemogelijkheden in het Nederlands de belangrijkste struikelblok. Voor ingenieurs uit Nederland is er het probleem van de andere wetgeving en aanpak op de Vlaamse bouwplaatsen. Buitenlandse ingenieurs treft men wel meer aan in baggerfirma’s en andere bouwbedrijven die in belangrijke mate internationaal actief zijn.

 

De Vlaamse bouwbedrijven zoeken hun technische kaderleden dus vooral op de eigen arbeidsmarkt. Gelukkig zijn de er laatste jaren drie opleidingen voor professionele bachelor bouw bijgekomen: naast in Schaarbeek (Sint-Lukas) en Aalst (KAHO Sint-Lieven) ook in Geel (Thomas More), Diepenbeek (PXL) en Oostende (Vives).

 

Drie maal meer afgestudeerde bouwbachelors

 

Het totaal aantal afgestudeerde professionele bachelors bouw is dankzij deze uitbreiding in het Nederlandstalig onderwijs kunnen stijgen van een 80-tal tot 2008 naar 234 in 2011. Dat komt ongeveer neer op een verdrievoudiging. Hun aantal is ook daarna op een hoog niveau gebleven: 230 in 2012 en 224 in 2013. In september 2013 hebben de vijf hogescholen die momenteel een opleiding voor professionele bouwbachelor aanbieden, in totaal 443 studenten kunnen inschrijven in het eerste jaar. Daardoor kan het aantal afgestudeerden binnen drie jaar op een hoog peil blijven.

 

Uit de cijfers die de VCB van deze vijf hogescholen heeft ontvangen, blijkt dat gemiddeld 68% van de startende studenten uit TSO komen, 22% uit ASO, 6% uit BSO en 4% uit andere onderwijsvormen waaronder KSO. De opleiding voor bachelor bouw biedt dus een reële kans op doorstroming voor TSO-afgestudeerden. Bovendien is uit de cijfers naar voor gekomen dat een kwart van het aantal afgestudeerde bachelors doorstroomt naar een masteropleiding.

 

In de bouw maakt de opleiding voor professionele bachelor de doorstroomgedachte volledig waar. Het TSO kan hierdoor aantrekkelijker worden en meer jongeren aantrekken. Tegelijk ontstaat op die manier een bijkomende instroommogelijkheid voor de masteropleidingen en met name voor die van industrieel ingenieur.

 

Blijvende vraag naar technisch geschoolde kaderleden

 

Bij de Vlaamse bouwbedrijven bestaat nog altijd een belangrijke vraag naar technisch geschoolde kaderleden. Terwijl het aantal bouwarbeiders daalt, handhaaft het aantal bouwbedienden zich op een relatief hoog niveau. Dat blijkt uit de beschikbare RSZ-cijfers tot en met het tweede kwartaal van 2013. Op Vlaams niveau telden de bouwbedrijven tot midden 2013 ongeveer 24.200 bedienden. Dat is 17% meer dan in 2008.

 

Het hoger aantal bouwbedienden heeft te maken met de toenemende complexiteit van het bouwbedrijf en de groeiende nood aan coördinatie, met name omwille van het almaar strengere E-peil en de onderlinge afstemming van ruwbouw-, verwarmings-, ventilatie- en afwerkingstechnieken die daardoor nodig is. Uit eerder onderzoek is gebleken dat ongeveer 60% van de bedienden in de bouwbedrijven technische functies invullen, voornamelijk van project- en werfleider, calculator, werfvoorbereider, inkoper en tekenaar. Voor die functies is een hogere bouwopleiding vereist. De opleiding van professionele bachelor bouw is een onmisbaar kanaal geworden om deze nood in te vullen.

 

Marc Dillen

Directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw

maandag 6 januari 2014

Meer dan 50% van aannemers pessimistisch over woningbouw in 2014


Pas goedgekeurd behoud van woonbonus nog onvoldoende bekend

Nog vlak voor de kerstvakantie heeft de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) haar leden bevraagd over de evolutie van de woningbouw. Meer dan 50% van de ondervraagde aannemers verwachtte voor de komende drie maanden een daling van het aantal orders voor nieuwe huizen en flats terwijl hun orderboekje doorgaans nu al dunner is dan drie maanden geleden. Zij weten de lagere activiteit vooral aan de strengere energie-eisen en bijbehorende meerkosten, de toenemende moeilijkheden om een woning gefinancierd te krijgen en aan de blijvende onzekerheid bij het grote publiek over de woonbonus. Maar die onzekerheid zou nu moeten verdwijnen doordat de Belgische Kamer nog voor de kerstvakantie het financieringsluik van de zesde staathervorming heeft goedgekeurd waarin voor 2014 het onverkort behoud van het huidige systeem van de woonbonus staat ingeschreven.

Voor nieuwe huizen antwoordde 50% dat de huidige activiteit lager is dan drie maanden geleden en 48% dat het aantal orders lager is dan drie maanden geleden. Voor de nabije toekomst waren de aannemers nog pessimistischer gestemd: maar liefst 59% verwachtte een verdere daling tijdens de komende drie maanden. Wat betreft de bouw van nieuwe flats stelde 46% dat de activiteit voorlopig constant gebleven was in vergelijking met drie maanden geleden. Maar op het vlak van orders voor nieuwe flats zag 50% nu al een daling en verwachtte 52% voor de komende drie maanden een verdere daling.

Het enige lichtpunt betreft de woningrenovaties. Renovatieactiviteiten zijn nu al voor 54% van de respondenten erg belangrijk geworden. Ongeveer 52% antwoordde dat het belang van renovatie in de toekomst zal toenemen. Slechts 10% verwachtte een afname en 38% stelde dat het gelijk zou blijven.

In haar enquête vroeg de VCB ook naar de redenen waarom potentiële klanten momenteel afhaken. Meer dan 60% van de aannemers gaf de noodzaak van een grotere eigen inbreng in de financiering van een woning als een heel belangrijke reden aan waarom klanten afhaken. Bijna de helft van de bouwbedrijven verwees naar de blijvende onzekerheid bij kandidaat-bouwers, onder meer over de woonbonus. Alhoewel de federale en Vlaamse regering intussen duidelijk hebben vastgelegd dat de woonbonus in 2014 ongewijzigd blijft, zelfs in wetteksten, raken potentiële bouwers hier maar niet van overtuigd. Circa 29% van de aannemers gaf de verkorting van de looptijden van de hypothecaire leningen als een heel belangrijke reden voor het afhaken van klanten aan en 23% de stijging van de rente.

De VCB vroeg nog de belangrijkste kostenverhogende factoren aan te duiden. Bijna 70% van de aannemers verwees naar het almaar lagere maximale E-peil en de verplichte toepassing van hernieuwbare energie. Deze verplichting gaat in vanaf 1 januari 2014 terwijl vanaf dan het maximaal toegelaten E-peil daalt van E70 naar E60. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de aannemers in de eerste drie maanden van 2014 een verdere verlaging van het aantal orders verwachten.

Minder vergunningen voor huizen in 2013
Ook uit de evolutie van het aantal toegekende bouwvergunningen blijkt dat 2013 geen goed jaar is geweest. Vlak voor de kerstvakantie zijn de cijfers van september bekend gemaakt. Uit deze cijfers blijkt dat tijdens de eerste negen maanden van 2013 ongeveer 8% minder huizen werden vergund dan tijdens de eerste negen maanden van 2012. Weliswaar lag het aantal vergunde flats in diezelfde periode in 2013 ongeveer 5% hoger dan in 2012 en was ook het aantal woningrenovaties met 3% gestegen. Maar dit is onvoldoende om de achteruitgang in de huizenbouw te compenseren.

De VCB verwacht dat het aantal ingediende bouwvergunningen voor huizen en flats naar het einde van 2014 opnieuw zal stijgen. Maar deze stijging zal van zeer tijdelijke aard zijn en is in belangrijke mate te wijten aan kandidaat-bouwers die nog snel een vergunning willen laten indienen om aan de strengere energie-eisen te ontsnappen die vanaf 2014 van toepassing worden. De VCB heeft van een aantal gemeenten kunnen vernemen dat er effectief daarom meer dossiers werden ingediend dan gewoonlijk.

Toch hoopt de VCB dat in 2014 een scherpe terugval van het aantal vergunningsaanvragen kan worden vermeden. In dit verband is het van cruciaal belang dat bij kandidaat-bouwers de onzekerheid over het voortbestaan van het huidige systeem van de woonbonus verdwijnt. Over de woonbonus werd in 2013 heel wat over en weer gecommuniceerd. Maar dat de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers het onverkort voortbestaan van de woonbonus tot begin 2015 in een wettekst heeft verankerd, moet de Vlamingen er in 2014 van overtuigen om hun bouwplannen te realiseren.

vrijdag 20 december 2013

Verbeterd arrest deblokkeert tal van woonprojecten


VOKA, VCB en BVS dringen aan op omzendbrief met richtlijnen voor gemeenten

Het Grondwettelijk Hof heeft vandaag een eerder arrest op het grond- en pandendecreet verbeterd. Door deze verbetering kunnen al de private woonprojecten waarvoor het grond- en pandendecreet aanvankelijk een bepaald aantal sociale woningen oplegde, gedeblokkeerd worden en een vergunning krijgen. VOKA, VCB en BVS zijn dan ook verheugd over deze verbetering. Zij hebben tevens vernomen dat de Vlaamse regering hierover een conceptnota aan het opmaken is. Het is belangrijk dat deze nota zo snel mogelijk wordt omgezet in richtlijnen voor de vergunningverlenende lokale besturen om zo de continuïteit in de slabakkende woningbouw opnieuw te garanderen.

Oorspronkelijk legde het grond- en pandendecreet aan private ontwikkelaars zogenaamde ‘sociale lasten’ op. Private ontwikkelaars moesten daardoor een belangrijk deel van hun projecten afstaan aan sociale huisvestingsmaatschappijen die er dan sociale woningen op zouden realiseren. VOKA, VCB en BVS zijn altijd gekant geweest tegen de sociale lasten die in het grond- en pandendecreet stonden ingeschreven.

In zijn arrest van 7 november was het Grondwettelijk Hof positief ingegaan op de vraag van een 40-tal bouw-en vastgoedbedrijven om het systeem van de sociale lasten te vernietigen. Maar de artikels die de sociale objectieven en normen vastlegden, werden niet mee vernietigd. Daardoor was het onmogelijk geworden een vergunning af te leveren voor projecten die niet in het vereiste aantal sociale woningen voorzagen ook al had het Grondwettelijk Hof het systeem van de sociale lasten vernietigd. Daardoor konden al de projecten van 10 woningen en meer of van 50 appartementen en meer waarvoor oorspronkelijk ten gevolge van het grond- en pandendecreet sociale lasten van toepassing waren, geen vergunning krijgen.

Dankzij de doorgevoerde verbetering is er opnieuw rechtszekerheid ontstaan en kan de precieze impact van het arrest duidelijk in kaart worden gebracht. De Vlaamse overheid kon hierover geen zekerheid bieden op basis van het eerste arrest van het Grondwettelijk Hof. Gemeentebesturen wisten daardoor niet wat hun te doen stond. Dat is nu wel mogelijk.

VOKA, VCB en BVS dringen dan ook aan op een snelle publicatie van een ministeriële omzendbrief naar de lokale besturen die de juridische situatie verduidelijkt. Op die manier kan de Vlaamse overheid ervoor zorgen dat in de private woningbouw die momenteel al zo moeizaam verloopt, geen bijkomende hapering ontstaat.

Voor meer informatie:
Voor de VCB (Vlaamse Confederatie Bouw): Marc Dillen, directeur-generaal
Voor de BVS (Beroepsvereniging van de Vastgoedsector): Olivier Carrette, afgevaardigd bestuurder Voor Voka: Frederik Meulewaeter,woordvoerder

donderdag 5 december 2013

Cijfers van Nationale Bank illustreren zelf gecreëerde ziekte

VCB dringt aan op langere looptijd van bouwleningen voor nieuwe woningen

Vandaag verschenen in de media berichten die wijzen op een fors dalend aantal hypothecaire leningen. De cijfers komen van de Nationale Bank die aldus de ziekte illustreert die zij zelf heeft gecreëerd. De Nationale Bank stelde in 2012 en 2013 dat kredieten met langere looptijden een te hoog risico inhouden en pleitte voor een inkorting. Maar het vastgoed in ons land is helemaal niet overgewaardeerd. Door de strengere eisen van de Vlaamse overheid op het vlak van energiezuinigheid is nieuwbouw zelfs waardevaster dan ooit. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) dringt dan ook aan op een langere looptijd voor de hypothecaire leningen die rekening houdt met de sterk toegenomen duurzaamheid van de nieuwe woningen.

Een restrictief hypothecair kredietbeleid is niet nodig en zelfs schadelijk voor onze economie. Niet alleen vermindert daardoor het aantal aankopen van bestaande woningen maar ook het aantal nieuwe woningen. Om een onbestaand probleem op het vlak van vastgoedprijzen op te lossen heeft de Nationale Bank een reëel probleem voor de bouw gecreëerd. Het aantal vergunningen voor nieuwe huizen ligt dit jaar in Vlaanderen 9% lager dan vorig jaar.

Bovendien zijn alle nieuwe huizen nu per definitie energiezuinig omdat ze aan almaar strengere E-peileisen moeten voldoen. Binnen enkele weken (vanaf 1 januari 2014) daalt het maximale E-peil in Vlaanderen van E70 naar E60. Concreet vraagt de VCB aan de banken om met name voor nieuwe woningen de looptijd van de hypothecaire leningen te verlengen tot meer dan twintig jaar en liefst tot dertig jaar. De forse energiebesparingen die de nieuwe woningen vanaf 2014 opleveren, blijven evenmin beperkt tot de eerste twintig jaar maar lopen over een veel langere periode.

Door de looptijd van een hypothecaire lening te verlengen van 20 naar 30 jaar kan de afbetalingslast met ongeveer 15% dalen, zoals blijkt uit het bijgevoegde voorbeeld op basis van een gemiddelde lening van 160.000 euro. Als de banken een langere looptijd toestaan, zullen ongeveer 70% van de gezinnen de hogere initiële investeringsdrempel voor een energiezuinigere nieuwe woning kunnen overbruggen en hiervoor een hypothecaire lening kunnen afsluiten. Deze impuls zal bijkomend de bouw van nieuwe flats en vooral van nieuwe huizen stimuleren.

Aan de Nationale Bank vraagt de VCB om een kredietbeleid te stimuleren waarbij de toegekende looptijden rekening houden met de toegenomen duurzaamheid van de nieuwe woningen. Ongeveer 17% van het aantal woonleningen heeft betrekking op nieuwbouw. De langere looptijd van de leningen waarop de VCB aandringt, heeft dus slechts betrekking op 17% van de hypothecaire leningen. Bovendien zal het uitstaand risico voor de banken hierdoor zelfs afnemen omdat de onderliggende waarde van de woningen veel waardevaster zal zijn dan in het verleden, zowel op korte als op lange termijn.



Marc Dillen
Directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw

vrijdag 29 november 2013


Combipremie reduceert terugverdieneffect van grondige renovatie tot 13 jaar

VCB verheugd over substantiële premie voor nieuwe ramen in combinatie met isolatiewerken

Vandaag heeft de Vlaamse regering definitief de toekenning van een substantiële premie goedgekeurd voor wie tegelijk investeert in nieuwe ramen met hoogrendementsglas en in muurisolatie. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) heeft op basis van haar Re-calculator berekend dat dankzij deze premie het terugverdieneffect van een dergelijke gecombineerde investering wordt teruggebracht tot 13 jaar terwijl de vervangende elementen normaliter een levensduur van 30 jaar hebben. Op die manier verdient de investering zich tweemaal terug.

Om van de combipremie gebruik te kunnen maken volstaat het niet de bestaande beglazing te vervangen. Ook het raamwerk moet worden vernieuwd. Het gaat in ieder geval om een investering van enkele duizenden euro’s. Het is dus belangrijk gezinnen met een substantiële premie over de streep te trekken. Wie alleen glas vervangt, krijgt slechts 12 of 15 euro per m². Wie niet alleen glas en raamwerk vervangt maar ook isoleert, zal voor het vervangend glas en raamwerk een premie van 45 of 60 euro per m² krijgen. De hogere premie is perfect verdedigbaar door de hogere kosten voor een gecombineerde ingreep.

 De maatregel vult de belangrijke steun aan die de overheid voor de uitvoering van dakisolatiewerken is blijven handhaven. De combipremie is van toepassing voor werken die vanaf 1 januari worden aangevat. De VCB hoopt dat een groot aantal gezinnen hierdoor worden aangemoedigd grondige renovatiewerken uit te voeren. De VCB heeft moeten vaststellen dat het aantal grondige renovatiewerken de laatste jaren is gedaald terwijl het Vlaamse woningpatrimonium juist een van de oudste in Europa is.

Marc Dillen
Directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw

dinsdag 26 november 2013

Banken moeten looptijd van hypothecaire leningen afstemmen op duurzaamheid


Langere looptijd moet energiezuinigere woningen betaalbaar maken voor meer gezinnen

De laatste maanden wordt het voor steeds meer gezinnen moeilijker om de financiering van een nieuwe woning rond te krijgen. Volgens de VCB (Vlaamse Confederatie Bouw) is de inkorting van de ontleningstermijnen de voornaamste oorzaak van dit financieringsprobleem. Hiervoor bestaat dan ook maar één oplossing. De banken moeten bij hun kredietbeleid rekening houden met een nieuw element, met name met de toegenomen energiezuinigheid van de nieuwe woningen op lange termijn. Banken mogen zich bij de toekenning van leningen niet langer beperken tot de aflossingslast van een lening maar moeten de totale maandelijkse woonlast van een gezin bekijken, met name met de aflossingslast en het energieverbruik samen. De hogere duurzaamheid van nieuwbouw zorgt er immers voor dat het energieverbruik jarenlang beperkt blijft.

Volgens de Beroepsvereniging van het Krediet daalde de totale hypothecaire kredietverlening tijdens de eerste drie kwartalen van dit jaar in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar met ongeveer 10%. Bovendien blijkt uit het Financieel Stabiliteitsrapport van de Nationale Bank van 2013 dat het aandeel van de leningen met een looptijd van meer dan 25 jaar tijdens de eerste vier maanden van dit jaar met bijna een derde is gedaald in vergelijking met het gemiddelde van de voorgaande jaren. Er wordt dus niet alleen minder hypothecair krediet toegekend. Tegelijk vermindert ook de looptijd van de toegekende kredieten.

Dalende vraag naar nieuwbouw

De VCB heeft echter berekend dat langere ontleningstermijnen in belangrijke mate de betaalbaarheid van woningen bevorderen. Een langere looptijd zorgt ervoor dat de maandelijkse afbetalingslast met circa 16% daalt. Gemiddeld moeten gezinnen ongeveer 160.000 euro ontlenen om een bestaande woning te kopen of een nieuwe woning te bouwen. Bij een lening over twintig jaar moeten zij hiervoor 960 euro per maand afbetalen. Bij een lening over dertig jaar daalt de maandelijkse aflossingslast tot 810 euro. De VCB raamt dat 70% van de gezinnen een leninglast van ongeveer 800 euro gefinancierd krijgen terwijl slechts 55% van de Vlamingen een lening van ongeveer duizend euro kunnen dragen.

De rente bereikte een dieptepunt in het tweede kwartaal van 2013. In vergelijking met dit dieptepunt ligt zij momenteel bijna een halve procent hoger. De zeer lage rentevoet heeft in de eerste helft van 2013 de negatieve gevolgen van de termijnverkorting die de banken toen op de hypothecaire leningen hebben doorgevoerd, nog enigszins kunnen milderen. Maar nu de rente opnieuw aan het stijgen is, dringt een verlenging van de looptijd van de leningen zich op.

Het aantal vergunde nieuwe huizen lag in Vlaanderen tijdens de eerste acht maanden van 2013 ongeveer 9% lager dan tijdens de eerste acht maanden van 2012. De VCB verwacht dat bij een ongewijzigd kredietbeleid de dalende trend in het aantal stedenbouwkundige vergunningen voor nieuwe huizen zich zal verder zetten en mogelijks nog zal worden versterkt.

Strenger kredietbeleid

Het strenger financieel toezicht ten gevolge van de financiële crisis speelt bij het huidige kredietbeleid van de banken een belangrijke rol. De Nationale Bank stelde in 2012 en ook nog eens in 2013 dat kredieten met langere looptijden een te hoog risico inhouden en pleitte voor een verstrenging van de kredietvoorwaarden aan particulieren. De Nationale Bank vreesde namelijk voor een vastgoedbubbel. Maar een recente studie van de KULeuven in opdracht van het vastgoedmakelaarsnet ERA heeft aangetoond dat het vastgoed in ons land niet is overgewaardeerd en dat het huidige prijsniveau volledig aan de hand van objectieve factoren kan worden verklaard.

Een restrictief hypothecair kredietbeleid is dus niet nodig en zelfs schadelijk voor onze economie. Niet alleen vermindert daardoor het aantal aankopen van bestaande woningen maar ook het aantal nieuwe woningen terwijl de woonbehoefte fors toeneemt omwille van de ongeveer 600.000 gezinnen die er gedurende dit en volgend decennium in Vlaanderen bijkomen. Om een onbestaand probleem op het vlak van vastgoedprijzen op te lossen heeft de Nationale Bank een reëel probleem voor de bouw gecreëerd.

Looptijd verlengen door langere duurzaamheid

Bovendien zijn alle nieuwe woningen nu per definitie energiezuinig omdat ze aan almaar strengere E-peileisen moeten voldoen. Binnen ongeveer een maand (vanaf 1 januari 2014) daalt het maximale E-peil verder van E70 tot E60. Concreet vraagt de VCB aan de banken de looptijd van de hypothecaire leningen te verlengen tot meer dan twintig jaar en liefst tot dertig jaar. De forse energiebesparingen die de nieuwe woningen vanaf 2014 opleveren, blijven evenmin beperkt tot de eerste twintig jaar maar lopen over een veel langere periode.

Als de banken een langere looptijd toestaan, zal een groter deel van de gezinnen de hogere initiële investeringsdrempel voor een energiezuinigere nieuwe woning kunnen overbruggen en een hypothecaire lening kunnen afsluiten. Deze impuls zal bijkomend de bouw van nieuwe flats en vooral van nieuwe huizen stimuleren.

Aan de Nationale Bank vraagt de VCB om een kredietbeleid te stimuleren waarbij de toegekende looptijden rekening houden met de toegenomen duurzaamheid van de nieuwe woningen. Het uitstaand risico voor de banken zal hierdoor zelfs afnemen omdat de onderliggende waarde van de woningen veel waardevaster zal zijn dan in het verleden, zowel op korte als op lange termijn.

Marc Dillen, directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw

Bijlage