vrijdag 26 oktober 2012

Bouw biedt minstens 500 duurzame jobs voor ex-Ford-medewerkers



Bouw kan helpen bij reconversie van Ford-werknemers

Sector biedt minstens 500 duurzame jobs

Minstens 500 van de 4.500 met ontslag bedreigde werknemers bij Ford kunnen in de bouwsector terecht. Dat leidt de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) af uit de tewerkstellingsresultaten na een eerdere schrapping van 3.000 arbeidsplaatsen bij Ford Genk in 2003. Op de eerste plaats vonden de ex-Ford-medewerkers toen opnieuw werk in andere metaalverwerkende bedrijven maar op de tweede plaats kwamen de bouwbedrijven als nieuwe werkgevers naar voor. De VCB heeft enkele jaren geleden samen met de lokale bouwconfederaties, waaronder de Confederatie Bouw Limburg, voor de bemiddeling van kandidaten voor de bouw de NV FIBS opgericht. De werknemers van Ford die geïnteresseerd zijn in een bouwjob, kunnen zich nu bij FIBS melden.

Van de ex-Ford-medewerkers die na een eerdere schrapping van jobs bij Ford Genk in 2003 opnieuw werk vonden, bleef 32% in de metaalsector aan de slag en kwam 68% in andere sectoren terecht. Bij deze ‘andere sectoren’ nam de bouwnijverheid een prominente plaats in. Zowat 12% van diegenen die opnieuw aan het werk gingen, werd tewerkgesteld in bouwbedrijven. Dat is gebleken uit de resultaten die de tewerkstellingscel voor Ford Genk toen heeft gehaald.

De tewerkstelling in de Vlaamse bouw is tot nu toe, ondanks de crisis, relatief stabiel gebleven.  Bovendien biedt de groene bouweconomie – duurzaam en energiezuinig bouwen – de komende jaren extra werkmogelijkheden. Tenslotte wordt ook de bouwsector geconfronteerd met een verouderend arbeidsbestand en is er in de bouwnijverheid geen sprake van delokalisatie naar het buitenland. De bouw heeft dringend nood aan technische profielen, zowel op uitvoerend als op leidinggevend niveau.

De VCB heeft samen met de lokale bouwconfederaties enkele jaren geleden de NV FIBS opgericht met als doel kandidaten naar de vacatures in de bouw toe te leiden. Werknemers van Ford die geïnteresseerd zijn in een bouwjob, kunnen hun c.v. mailen naar info@fibs.be. FIBS (www.fibs.be) zal voor hen vacatures verzamelen in de brede cluster van de bouw-, energie- en milieubedrijven. Bijkomend zal de VCB samen met de Confederatie Bouw Limburg zorgen voor een opleidingsaanbod om de toegang van deze werknemers naar de bouw te vergemakkelijken.

Rik Mondelaers                                                          Marc Dillen
Directeur Confederatie Bouw Limburg                 Directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw
Tel. 011 30 10 30                                                GSM 0475 72 01 72

donderdag 4 oktober 2012

Inzake verplicht aandeel hernieuwbare energie, onze raad - win professioneel advies in!



Met oog op minimale meerkost en maximaal terugverdieneffect

Op 28 september heeft de Vlaamse regering definitief een besluit goedgekeurd dat aan nieuwe gebouwen en gebouwen die ingrijpend worden gerenoveerd, een minimaal aandeel hernieuwbare energie oplegt. Voor particuliere woningen gaat de verplichting in vanaf 1 januari 2014. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) raadt kandidaat-bouwers aan bij de keuze van een systeem met hernieuwbare energie steeds professioneel advies in te winnen om de meerkosten te minimaliseren en het terugverdieneffect te maximaliseren. Tegelijk richt zij een dringende oproep tot de financiële instellingen om gunstigere leenvoorwaarden toe te kennen voor wie in energiebesparende maatregelen en hernieuwbare energie investeert. Ook de overheid moet kandidaat-bouwers extra ondersteunen zodat bouwen betaalbaar blijft.

De bouw- en installatiebedrijven zijn zich al enkele jaren grondig aan het voorbereiden op de installatie van hernieuwbare energie. Een groeiend aantal bedrijven legt zich toe op de installatie van warmtepompen, thermische zonne-energiesystemen (zoals zonneboilers), fotovoltaïsche zonne-energiesystemen en biomassaketels en -kachels (zoals houtpelletketels). Van de zes systemen van hernieuwbare energie die het nieuwe besluit toestaat, zijn deze vier voor de particulieren het meest toegankelijk. De bouw- en installatiebedrijven zijn in ieder geval klaar om de particulier te ondersteunen. Een groot aantal onder hen kunnen ook een totaaloplossing bieden. Zij kunnen de particulier wegwijs maken in de efficiëntste oplossing en combinatie.

De VCB raadt kandidaat-bouwers stellig aan professioneel advies in te winnen vooraleer voor een bepaald systeem of een bepaalde combinatie van systemen van hernieuwbare energie te kiezen. De meerkost van de verplichting zal al vlug enkele duizenden euro's bedragen. Maar door zich tot een bouwprofessional te richten kan de kandidaat-bouwer een keuze maken die nadien het beste terugverdieneffect genereert.

Met meerdere factoren rekening houden

Bij de keuze van een systeem van hernieuwbare energie spelen tal van factoren een rol:
·         hoe groot is de woning, gaat het om een alleenstaande dan wel om een rijwoning?
·         is het gezin groot of klein en gebruikt het veel dan wel weinig warm sanitair water, wat van groot belang is om al dan niet voor een zonneboiler te kiezen?
·         hoe wil de kandidaat-bouwer zijn woning verwarmen, met vloerverwarming, radiatoren of een kachel?
·         welk energiepeil wil de kandidaat-bouwer bereiken, hoogstens het wettelijke maximum (nu E70 en vanaf 2014 E60) of wil hij nog een stap verder gaan?

Nog een belangrijk principe is dat energiebesparing altijd op de eerste plaats komt. In eerste instantie moet men voor een optimale mix van energiebesparende maatregelen kiezen, door bijvoorbeeld de woning optimaal te oriënteren, goed te isoleren, kieren, spleten en koudebruggen te vermijden. Pas in tweede instantie moet aan een optimaal systeem van hernieuwbare energie worden gedacht.

Verder raadt  de VCB kandidaat-bouwers die op korte termijn gaan bouwen vooraleer het verplichte aandeel aan hernieuwbare energie in voege treedt, toch al aan het plaatsen van hernieuwbare energie in overweging te nemen : ofwel door onmiddellijk te voorzien in hernieuwbare energie (bijvoorbeeld voor de verwarming), ofwel door nu al te voorzien in de mogelijke installatie van hernieuwbare energie (bijvoorbeeld van een zonneboiler of  PV-panelen) in een latere fase.

Drempel om te bouwen bereikbaar houden

Het bouwen van een woning moet voor een maximaal aantal gezinnen financieel haalbaar blijven. De VCB wil vooral voorkomen dat door de verplichte invoering van een minimaal aandeel van hernieuwbare energie de drempel voor een aantal gezinnen om nog te bouwen te hoog wordt. Daarom is het zo belangrijk maximaal in te zetten op de juiste keuzes op het vlak van energiebesparing en hernieuwbare energie waardoor de investeringen zich zo snel mogelijk kunnen terugverdienen.

Maar ook de financiële instellingen moeten zich aanpassen en meewerken om kandidaat-bouwers te helpen deze extra investeringsdrempel te nemen. Hun hypothecair kredietbeleid kan niet langer uitsluitend op het inkomen van de gezinnen gebaseerd zijn. Bij de toekenning van hypothecaire kredieten moeten zij ook het terugverdieneffect van de investeringen in energiebesparing en hernieuwbare energie in rekening brengen. Nu bekijken de financiële instellingen enkel de maandelijkse aflossingslast. In het licht van het almaar strengere maximale energiepeil en de nieuwe verplichtingen op het vlak van hernieuwbare energie dringt de VCB er bij de financiële instellingen op aan bij de verstrekking van kredieten voortaan uit te gaan van de totale woonlast van een gezin, d.w.z. van het geheel van aflossingslasten, energiefacturen en onderhoudskosten.

Vermits de overheid aan de opdrachtgevers nieuwe verplichtingen oplegt en de drempel om te bouwen nogmaals voor vele gezinnen verhoogt, moet de overheid kandidaat-bouwers ook extra ondersteunen. Ze kan dit doen door bijvoorbeeld de plafonds voor de tussenkomsten van de verzekering gewaarborgd wonen op te trekken. De Vlaamse overheid biedt zo'n verzekering gratis aan. De verzekering gewaarborgd wonen komt tussen in de afbetaling van de hypothecaire lening, met name voor wie onvrijwillig werkloos wordt. Deze tussenkomsten moeten aangepast worden in het licht van de extra investeringskost waartoe de overheid kandidaat-bouwers verplicht.

Voor meer informatie: contacteer Marc Dillen, directeur-generaal van de VCB op 0475 72 01 72.

dinsdag 2 oktober 2012

Snelle bevolkingsgroei dwingt nieuwe gemeentebesturen tot snelle acties

Niet ingrijpen op geboorten maar wel op stads- en wijkontwikkeling


“Geboortebeperking moet bespreekbaar zijn”, aldus de Brusselse burgemeester Freddy Thielemans in een recent debat: een drastische ingreep die trouwens te laat komt. De kleuters die de verdere bevolkingsgroei gaan bepalen, zijn er al. Volgens de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) had de burgemeester veel vroeger moeten ingrijpen, niet met een geboortebeperking maar wel met een ambitieus beleid van stadsvernieuwing. Reeds in 2008 voorspelde het Planbureau dat Vlaanderen tegen 2050 zou evolueren naar bijna 7 miljoen inwoners en het Brusselse Gewest 300.000 inwoners zou bij krijgen. De VCB vraagt aan de nieuwe Vlaamse gemeentebesturen snel en kordaat in te zetten op de vernieuwing van stads- en dorpskernen en tegelijk woonuitbreidingsgebieden aan te snijden.

In 2001 publiceerde het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) nog een geruststellende bevolkingsprognose. De verwachting was toen dat de bevolking slechts zeer matig zou groeien en daarna zelfs zou dalen. Maar reeds in 2008 zond het federaal Planbureau samen met de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) het eerste noodsignaal uit: tegen 2050 zouden er 6,95 miljoen Vlamingen en 1,29 miljoen Brusselaars zijn. De studiedienst van de Vlaamse overheid bleef echter zweren bij een veel lagere bevolkingsprognose en die bepaalt nog altijd de ruimtelijke planning in Vlaanderen.

Eind 2011 volgde nog een correctie van de cijfers van Planbureau en ADSEI. De verwachting voor 2050 werd nogmaals opgetrokken. Tegen 2050 zullen er 7,45 miljoen Vlamingen en 1,47 miljoen Brusselaars zijn. Nog eens een half miljoen Vlamingen en meer dan 100.000 Brusselaars bovenop de eerste voorspelling van 2008. De kaap van de 7 miljoen Vlamingen en van de 1,3 miljoen Brusselaars zou al tegen 2030 gerond worden, dubbel zo snel als voorspeld in 2008. We verwijzen hiervoor naar de grafiek in bijlage. Maar ook nu nog blijft het beleid de forse bevolkingsgroei in belangrijke mate ontkennen. Zo stelt het recente groenboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen dat het aantal Vlamingen pas tegen 2050 tot 7 miljoen zal groeien.

Door de huidige trend naar gezinsverdunning zijn de verschillen in aantal gezinnen nog eens zoveel groter. Op basis van de recentste prognose van het Planbureau en de toenemende gezinsverdunning heeft de VCB berekend dat er tot 2020 in Vlaanderen 328.000 gezinnen zullen bijkomen en tot 2030 nog eens 305.000. Hiervoor verwijzen we naar de tabel in bijlage. Uiteraard hebben al deze mensen ruimte nodig: ruimte om te wonen, te werken, te winkelen, zich te ontspannen en zich te verplaatsen.

Op welke manier deze forse bevolkingsgroei opvangen?

  • Een idee is om ouderen te laten doorschuiven van (te) grote naar (beter aangepaste) kleinere woningen. Maar we moeten hierin realistisch zijn: er zal heel veel tijd overgaan vooraleer oudere gezinnen van bestaande naar nieuwe woningen zullen (kunnen) verhuizen, zowel om procedurele als om financiële en emotionele redenen.

  • Cruciaal om de forse bevolkingstoename op te vangen is de vernieuwing van onze stads- en dorpskernen. Een aantal gemeenten hebben hier al effectief werk van gemaakt. Voor gemeenten die hier nog geen werk van maakten, zijn er dus heel wat inspirerende voorbeelden te vinden. Maar de bevolkingsgroei is zo groot dat ook gemeenten die al eerder aan stads- en dorpskernvernieuwing deden, dringend bijkomende projecten moeten uitwerken. Van idee tot realisatie neemt een goed kernvernieuwingsproject doorgaans ongeveer tien jaar in beslag. De VCB dringt er dan ook bij de nieuwe gemeentebesturen op van bij de start van hun legislatuur nieuwe stads- en wijkvernieuwingsprojecten op te starten.

  • De verschuiving van ouderen naar kleinere woningen en de vernieuwing van stadscentra en dorpskernen zullen echter niet volstaan om de snelle bevolkingsgroei op te vangen. Vandaar de recente oproep van de VCB aan de Vlaamse regering om mee het principe te onderschrijven dat woonuitbreidingsgebieden aansnijdbaar moeten blijven, en om voor een aantal woonuitbreidingsgebieden zo snel mogelijk beslissingen te nemen. De VCB staat open voor overleg met de regering over de criteria voor de woonuitbreidingsgebieden die prioritair moeten worden aangesneden, en wil meedenken aan technische oplossingen, zoals groendaken en waterdoorlatende stenen, om daarbij een verdere verharding van Vlaanderen tegen te gaan.

Voor meer informatie: contacteer Marc Dillen, directeur-generaal van de VCB op 0475 72 01 72.

Bijlagen

Toename van aantal inwoners in Vlaanderen


FPB-2011: prognose Federaal Planbureau uit 2011
FPB-2008: prognose Federaal Planbureau uit 2008
SVR-2011: prognose Studiedienst Vlaamse Regering uit 2011
NIS-2001: prognose Nationaal Instituut voor de Statistiek uit 2001

Toename van aantal gezinnen in Vlaanderen


2000
2010
2020
2030
2040
Volgens Planbureau voorspeld
aantal inwoners
5.940.000
6.252.000
6.689.000
7.007.000
7.235.000
Prognose van gemiddelde grootte
van de huishoudens
2,45
2,34
2,23
2,12
2,01
Aantal gezinnen
2.424.000
2.672.000
3.000.000
3.305.000
3.600.000
Aantal bijkomende gezinnen per decennium

248.000
328.000
305.000
295.000