Met oog op minimale meerkost en maximaal
terugverdieneffect
Op
28 september heeft de Vlaamse regering definitief een besluit goedgekeurd dat
aan nieuwe gebouwen en gebouwen die ingrijpend worden gerenoveerd, een minimaal
aandeel hernieuwbare energie oplegt. Voor particuliere woningen gaat de
verplichting in vanaf 1 januari 2014. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) raadt
kandidaat-bouwers aan bij de keuze van een systeem met hernieuwbare energie
steeds professioneel advies in te winnen om de meerkosten te minimaliseren en
het terugverdieneffect te maximaliseren. Tegelijk richt zij een dringende
oproep tot de financiële instellingen om gunstigere leenvoorwaarden toe te
kennen voor wie in energiebesparende maatregelen en hernieuwbare energie
investeert. Ook de
overheid moet kandidaat-bouwers extra ondersteunen zodat bouwen betaalbaar
blijft.
De bouw- en installatiebedrijven zijn zich al
enkele jaren grondig aan het voorbereiden op de installatie van hernieuwbare
energie. Een groeiend aantal bedrijven legt zich toe op de installatie van
warmtepompen, thermische zonne-energiesystemen (zoals zonneboilers), fotovoltaïsche zonne-energiesystemen en biomassaketels en -kachels (zoals
houtpelletketels). Van de zes systemen van hernieuwbare energie die het nieuwe
besluit toestaat, zijn deze vier voor de particulieren het meest toegankelijk.
De bouw- en installatiebedrijven zijn in ieder geval klaar om de particulier te
ondersteunen. Een groot aantal onder hen kunnen ook een totaaloplossing bieden.
Zij kunnen de particulier wegwijs maken in de efficiëntste oplossing en
combinatie.
De VCB raadt kandidaat-bouwers stellig aan
professioneel advies in te winnen vooraleer voor een bepaald systeem of een
bepaalde combinatie van systemen van hernieuwbare energie te kiezen. De
meerkost van de verplichting zal al vlug enkele duizenden euro's bedragen. Maar
door zich tot een bouwprofessional te richten kan de kandidaat-bouwer een keuze
maken die nadien het beste terugverdieneffect genereert.
Met
meerdere factoren rekening houden
Bij de keuze van een systeem van hernieuwbare
energie spelen tal van factoren een rol:
· hoe
groot is de woning, gaat het om een alleenstaande dan wel om een rijwoning?
· is
het gezin groot of klein en gebruikt het veel dan wel weinig warm sanitair
water, wat van groot belang is om al dan niet voor een zonneboiler te kiezen?
· hoe
wil de kandidaat-bouwer zijn woning verwarmen, met vloerverwarming, radiatoren
of een kachel?
· welk
energiepeil wil de kandidaat-bouwer bereiken, hoogstens het wettelijke maximum
(nu E70 en vanaf 2014 E60) of wil hij nog een stap verder gaan?
Nog een belangrijk principe is dat energiebesparing
altijd op de eerste plaats komt. In eerste instantie moet men voor een optimale
mix van energiebesparende maatregelen kiezen, door bijvoorbeeld de woning
optimaal te oriënteren, goed te isoleren, kieren, spleten en koudebruggen te
vermijden. Pas in tweede instantie moet aan een optimaal systeem van
hernieuwbare energie worden gedacht.
Verder raadt
de VCB kandidaat-bouwers die op korte termijn gaan bouwen vooraleer het
verplichte aandeel aan hernieuwbare energie in voege treedt, toch al aan het
plaatsen van hernieuwbare energie in overweging te nemen : ofwel door
onmiddellijk te voorzien in hernieuwbare energie (bijvoorbeeld voor de
verwarming), ofwel door nu al te voorzien in de mogelijke installatie van
hernieuwbare energie (bijvoorbeeld van een zonneboiler of PV-panelen) in een latere fase.
Drempel
om te bouwen bereikbaar houden
Het bouwen van een woning moet voor een maximaal
aantal gezinnen financieel haalbaar blijven. De VCB wil vooral voorkomen dat
door de verplichte invoering van een minimaal aandeel van hernieuwbare energie
de drempel voor een aantal gezinnen om nog te bouwen te hoog wordt. Daarom is
het zo belangrijk maximaal in te zetten op de juiste keuzes op het vlak van
energiebesparing en hernieuwbare energie waardoor de investeringen zich zo snel
mogelijk kunnen terugverdienen.
Maar ook de financiële instellingen moeten zich
aanpassen en meewerken om kandidaat-bouwers te helpen deze extra
investeringsdrempel te nemen. Hun hypothecair kredietbeleid kan niet langer
uitsluitend op het inkomen van de gezinnen gebaseerd zijn. Bij de toekenning
van hypothecaire kredieten moeten zij ook het terugverdieneffect van de
investeringen in energiebesparing en hernieuwbare energie in rekening brengen.
Nu bekijken de financiële instellingen enkel de maandelijkse aflossingslast. In
het licht van het almaar strengere maximale energiepeil en de nieuwe
verplichtingen op het vlak van hernieuwbare energie dringt de VCB er bij de
financiële instellingen op aan bij de verstrekking van kredieten voortaan uit te
gaan van de totale woonlast van een gezin, d.w.z. van het geheel van
aflossingslasten, energiefacturen en onderhoudskosten.
Vermits
de overheid aan de opdrachtgevers nieuwe verplichtingen oplegt en de drempel om
te bouwen nogmaals voor vele gezinnen verhoogt, moet de overheid
kandidaat-bouwers ook extra ondersteunen. Ze kan dit doen door bijvoorbeeld de
plafonds voor de tussenkomsten van de verzekering gewaarborgd wonen op te
trekken. De Vlaamse overheid biedt zo'n verzekering gratis aan. De verzekering
gewaarborgd wonen komt tussen in de afbetaling van de hypothecaire lening, met
name voor wie onvrijwillig werkloos wordt. Deze tussenkomsten moeten aangepast
worden in het licht van de extra investeringskost waartoe de overheid
kandidaat-bouwers verplicht.
Voor meer informatie: contacteer Marc Dillen,
directeur-generaal van de VCB op 0475 72 01 72.