woensdag 11 september 2013

Nieuw nationaal stadion

Kans op langdurige tewerkstelling – als de overheid nu krachtdadig handelt
Er is een politiek akkoord over een nieuw nationaal voetbalstadion in Brussel. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) juicht de beslissing toe, maar nu moet er snel werk gemaakt worden van de concrete realisatie.

De komst van het nieuwe stadion is een positief signaal, nu de bouw het economisch gezien niet gemakkelijk heeft. De werken die gepaard gaan met grote infrastructuurprojecten zorgen voor bouwbanen in eigen land, stelt Marc Dillen (directeur-generaal VCB).

Marc Dillen: “Bovendien zal het nieuwe stadion de aantrekkingskracht en de uitstraling van Brussel verhogen. Onze bouwbedrijven hebben de technische en organisatorische expertise in huis om een stadion op internationaal niveau op te trekken. De VCB verwacht nu dat de verschillende overheden in ons land het niet laten bij dit politieke akkoord, maar zo snel mogelijk in actie komen.”

Het nieuwe stadion zal niet alleen de bouw ten goede komen, maar ook langdurige tewerkstelling in andere sectoren creëren, verbonden met de evenementen die er plaats hebben. De Belgische Voetbalbond heeft al aangekondigd dat ze zich officieel kandidaat zal stellen bij de EUFA om met Brussel speelstad te worden tijdens het EK Voetbal in 2020.

Marc Dillen
Vlaamse Confederatie Bouw

Arrest van Grondwettelijk Hof


Anomalie in regelgeving brengt herstel van bouwsector opnieuw in gevaar.
Het Grondwettelijk Hof heeft een initiatief nietig verklaard waarmee de Vlaamse regering de procedure voor grote projecten wilde versoepelen. Daardoor staan tientallen grote Vlaamse investeringsprojecten op de helling. Voor de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) is de negatieve impact overduidelijk, niet alleen op reeds goedgekeurde bouwprojecten maar ook op de werkgelegenheid in de bouw. De VCB vraagt dat de Vlaamse regering de anomalie in de wetgeving onmiddellijk rechttrekt, en de gepaste maatregelen neemt. Anders komt de continuïteit in de bouwsector in het gedrang.

Het arrest van het Grondwettelijk Hof is een nieuwe klap voor de bouwsector in tijden van economische recessie. Zowel het aantal vergunningen voor nieuwbouw als voor renovatie zijn de eerste vijf maanden van dit jaar gedaald in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Bovendien nam het aantal aanvragen voor hypotheken voor nieuwbouw met 10 tot 15 % af. Het huidige vernietigingsarrest riskeert nu veel investeringsprojecten - grote, maar ook kleine - te doen verzanden. Het is bijkomende nefaste ontwikkeling die de heropleving van de bouw in de weg staat.

Onmiddellijk handelen
Volgens Marc Dillen (directeur-generaal VCB) moet de Vlaamse regering de politieke moed opbrengen om dit probleem snel en voor altijd uit de weg te ruimen.

Marc Dillen: “Deze anomalie in de wetgeving moet rechtgetrokken worden. We vragen met aandrang dat de Vlaamse regering adequate, structurele maatregelen neemt, zodat de continuïteit in de bouwsector steeds kan worden gegarandeerd. Stedenbouwkundige procedures - zowel de rapportering van milieueffecten (MER) als ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) - vormen de grondslag in de bouwsector. Zij moeten beter en adequater bewaakt worden. Wanneer er fouten dreigen te ontstaan die een rechtstreekse impact zullen hebben op de algemene economie, dan moet de regering deze zonder dralen aanpakken.”
 
Overdreven?
Men kan zich afvragen of het Hof niet overdrijft met dit arrest. Het idee erachter is dat belanghebbenden in grote projecten onvoldoende geïnformeerd worden als er geen melding gedaan wordt in de geschreven pers (zie ook hieronder). Maar tegenwoordig verlopen informatiestromen in zeer hoge mate elektronisch en digitaal. Men kan wel degelijk kennis nemen van een elektronische aankondiging. Deze zou dus moeten volstaan. Nu komen talrijke vergunningen gebaseerd op uitvoeringsplannen op de helling te staan. Een hele reeks RUP’s en MER’s goedgekeurd sinds 2009 kunnen worden aangevochten op basis van dit arrest en dit heeft consequenties voor tientallen grote en kleine bouwprojecten.

Waarover gaat het precies?
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) maakt sinds 2008 een onderscheid tussen algemene stedenbouwkundige procedures en een snellere “integratiespoorprocedure”. In dit laatste geval is publieke consultatie soepeler. Een elektronische of digitale melding volstaat.

Maar de Raad van State oordeelde in 2011 dat dit onderscheid een schending was van het gelijkheidsbeginsel. Het was de reden waarom de Raad een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) schorste. Daarom werd een valideringsbepaling toegevoegd in 2012 aan de VCRO. Deze stelde dat dat de aangehaalde ongelijke behandeling niet opweegt tegen de ernstige gevolgen die een effectieve of potentiële nietigverklaring van RUP’s of MER’s heeft op het ruimtelijk beleid, de openbare rust en het economische klimaat. Het Grondwettelijk Hof heeft nu onlangs deze valideringsbepaling vernietigd.

Marc Dillen
Directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw