Door de uitzonderlijk lange duur van de
voorbije winter heeft meer dan de helft van de aannemers meer dan vier weken
vertraging opgelopen. Dat blijkt uit een enquête die de Vlaamse Confederatie
Bouw (VCB) zopas bij haar leden heeft afgenomen. Toch zal slechts ongeveer een
derde (32%) tijdens de bouwvakantie doorwerken en dan nog maar
gedeeltelijk. Doorwerken tijdens de collectieve bouwvakantie is immers geen evidentie:
33% van de aannemers antwoordt hierover moeilijk tot een afspraak te kunnen
komen met de werknemers, 26% vindt de administratie hiervoor te zwaar en 41%
doet het niet omdat de leveranciers van grondstoffen en bouwmaterialen gesloten
zijn.
De enquête van de VCB heeft ongeveer 400
antwoorden opgeleverd. Een zeer ruime meerderheid van de respondenten (87%) had
de voorbije winter meer problemen met de uitvoering van werken dan voorgaande
jaren. Meer dan de helft van de respondenten (56%) gaf aan door de
uitzonderlijk lange winter meer dan vier weken vertraging te hebben opgelopen,
25% stelde drie tot vier weken vertraging te hebben opgelopen. Slechts bij een
kleine minderheid van 19% bedroeg de vertraging minder dan drie weken.
De huidige zwakke bouwactiviteit heeft een aantal aannemers in staat gesteld de opgelopen achterstand in te halen. Van de respondenten gaf 31% de afgenomen orderboeken als belangrijkste reden waarom hun werken opnieuw volgens schema verlopen. Daarnaast gaf 26% aan een beroep te hebben gedaan op orderaannemers om de achterstand te beperken. Slechts 5% van de bouwbedrijven heeft de achterstand opgelost met overuren. Overuren uitbetalen betekent een dermate meerkost dat zij de winst op de gepresteerde uren te sterk aantast.
Uiteindelijk zullen slechts 32% van de
aannemers tijdens de vakantie doorwerken om de opgelopen achterstand in te
halen: 21% voor een deel van de vakantie, 8% voor een deel van het personeel en
slechts 3% voor het volledige bedrijf. Daartegenover gaven 68% van de
respondenten aan dat zij niet zullen doorwerken tijdens de bouwvakantie.
In 65% van de gevallen stonden opdrachtgevers
een verlenging van de uitvoeringstermijn toe maar in 35% van de gevallen niet.
Uit de antwoorden is bovendien gebleken dat vooral de overheid zich weinig
inschikkelijk toonde en vertragingsboetes toepaste of ermee dreigde. Het bleek
ook gemakkelijker verlengingen te krijgen voor lopende dan voor nieuwe
contracten. Voor nieuwe contracten verwachten de klanten dat ze tegen de
voorziene einddatum worden opgeleverd. Sommige aannemers kregen te maken met
annulaties omdat ze de werken niet op tijd konden uitvoeren. Er werd zelfs
gedreigd met gerechtelijke stappen.
Liquiditeitsproblemen bij 50% van bedrijven
Opnieuw een overgrote meerderheid van de
respondenten (81%) stelde dat zij lange tijd niets hebben kunnen factureren
door de uitzonderlijk lange winter. De helft van de bedrijven gaf aan hierdoor
in liquiditeitsproblemen te zijn geraakt. Want zolang niet kan worden
gefactureerd en er geen betalingen binnenkomen, lopen de voorschotten voor de
RSZ, de afbetaling van leningen en de vaste kosten gewoon verder door.
Marc Dillen
Directeur-generaal van de Vlaamse
Confederatie Bouw
Geen opmerkingen:
Een reactie posten