donderdag 24 januari 2013

Gewestregeringen moeten budget voor woonbonus blijven inzetten voor particuliere woningbouw



 Tekort op woonbonus zwelt aan tot 1,3 miljard per jaar

Terwijl de federale regering vanuit het budget van de woonbonus 1,4 miljard euro ter beschikking wil stellen van de regionale overheden, zal het systeem tegen 2024 op kruissnelheid ongeveer 2,7 miljard euro gaan kosten. Dat is gebleken uit een eerdere studie door de Leuvense econome Nancy Huygebaert. De Vlaamse Confederatie Bouw is dan ook bijzonder ongerust over deze overdracht die reeds begin volgend jaar zal plaatsvinden en nu moet worden voorbereid. De VCB dringt er op aan de woonbonus zeker te handhaven als algemene steunmaatregel om bij al de kandidaat-bouwers en -verbouwers de bouw van een nieuwe woning en de grondige renovatie van een bestaande woning te ondersteunen.

De woningnood is groot. De drie gewesten hebben te maken met een forse toename van de bevolking en van het aantal gezinnen. De woningvoorraad houdt geen gelijke tred met deze bevolkingstoename. Wanneer we het netto aantal extra woningen bekijken (nieuwbouw minus afbraak), stellen we vast dat er sedert 2007 minder woningen bijkomen dan gezinnen (zie bijlage). Tegelijk wordt het bestaande woningpatrimonium onvoldoende snel vernieuwd en energiezuiniger gemaakt.

De federale overheid heeft de fiscale steun voor renovatiewerken fors afgebouwd. We hebben gemerkt dat het aantal hypothecaire leningen voor woningrenovaties dan ook fors is gedaald. Het aantal vergunde woningrenovaties ging er eveneens op achteruit. De VCB wil een gelijkaardig scenario voor nieuwbouw vermijden. De woonbonus is van cruciaal belang om tweeverdieners een eigen eerste woning te laten bouwen waardoor minder mensen op de private en sociale huurmarkt aangewezen zijn.

De hypothecaire rente bevindt zich momenteel op een bodemkoers. Van deze situatie moet de overheid gebruik maken om de woningbouw opnieuw fors aan te zwengelen. De overheid stelt steeds hogere eisen op het vlak van duurzaamheid en energiezuinigheid. De overheid moet de Belgen dan ook helpen om de drempel voor een zeer energiezuinige woning te nemen. Initieel leidt zo’n woning tot een hogere meerkost. Daar staat wel een lagere woonlast tegenover op langere termijn.

Concreet heeft de VCB de volgende vier eisen:
  1. de regionale overheden moeten de woonbonus integraal blijven aanwenden om de bouw van extra nieuwe woningen en extra investeringen in woningrenovaties te ondersteunen bij al de kandidaat-bouwers en verbouwers zonder inkomensgrens;
  2. als zij onvoldoende aanvullende middelen vinden om de woonbonus ook voor de aankoop van een woning toe te passen, moeten zij voor de afbouw van deze steun wel in een overgangsregeling voorzien;
  3. doordat federale en regionale steunmaatregelen vanaf 2014 samenkomen bij de regionale overheden, is een coherenter woonbeleid mogelijk. Hiervan moeten de regionale regeringen gebruik maken om aanvullend bij de woonbonus die voor elke kandidaat-bouwer en -verbouwer is bestemd, substantiële premies voor nieuwbouw en renovatie te realiseren voor bepaalde doelgroepen van minder bemiddelde gezinnen. Dat alle fiscale steunmaatregelen voor de woningbouw voortaan in regionale handen zijn, is ook een unieke gelegenheid om aanvullend over te gaan tot een verlaging van de onroerende voorheffing en van successie- en registratierechten bij investeringen in woningbouw;
  4. de regionale overheden mogen de middelen vanuit de woonbonus niet aanwenden voor de bouw van extra sociale huurwoningen. Daarvoor bestaan reeds andere budgetten op regionaal niveau.

Een fors steunbeleid voor de particuliere woningbouw zal leiden tot een extra woningaanbod, tot minder schaarste en aldus tot dalende woonprijzen. De tewerkstelling in de Belgische bouw is de laatste jaren continu gestegen. Maar in 2012 merken we op Belgisch niveau opnieuw een terugval met een duizendtal jobs (zie bijlage). 

Een stevige ondersteuning van de woningbouw zal de tewerkstelling in de bouw- en de bouwverwante bedrijven op korte termijn opnieuw met een enkele duizenden kunnen doen toenemen. Deze steun zal een belangrijke impuls voor de relance van onze economie geven. We hebben berekend dat een heropleving van de bouw het BBP op nationaal vlak met 0,3% kan doen groeien. De bouw kan dus het verschil maken tussen recessie en groei.

Tenslotte zullen investeringen in energiezuiniger nieuwe en bestaande woningen de invoer van fossiele brandstoffen doen afnemen. De laatste jaren was onze handelsbalans elk jaar opnieuw deficitair. Forse steun van de overheid voor energiezuinige nieuwbouw en renovatie zal trouwens niet alleen de invoer verminderen. Zij zal de Belgische woningbouw op het vlak van duurzaamheid en energiezuinigheid een meer vooraanstaande voorbeeldfunctie in Europa bezorgen, wat de export van nieuwe bouwconcepten en bouwproducten zal bevorderen.

Voor meer informatie:
Contacteer Marc Dillen, directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw, 0475 72 01 72.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten