Tekort op woonbonus zwelt aan tot
1,3 miljard per jaar
Terwijl de federale regering vanuit het budget van de
woonbonus 1,4 miljard euro ter beschikking wil stellen van de regionale
overheden, zal het systeem tegen 2024 op kruissnelheid ongeveer 2,7 miljard
euro gaan kosten. Dat is gebleken uit een eerdere studie door de Leuvense
econome Nancy Huygebaert. De Vlaamse Confederatie Bouw is dan ook
bijzonder ongerust over deze overdracht die reeds begin volgend jaar zal
plaatsvinden en nu moet worden voorbereid. De VCB dringt er op aan de woonbonus
zeker te handhaven als algemene steunmaatregel om bij al de kandidaat-bouwers
en -verbouwers de bouw van een nieuwe woning en de grondige renovatie van een
bestaande woning te ondersteunen.
De woningnood is groot. De drie gewesten hebben te maken
met een forse toename van de bevolking en van het aantal gezinnen. De
woningvoorraad houdt geen gelijke tred met deze bevolkingstoename. Wanneer we
het netto aantal extra woningen bekijken (nieuwbouw minus afbraak), stellen we
vast dat er sedert 2007 minder woningen bijkomen dan gezinnen (zie bijlage).
Tegelijk wordt het bestaande woningpatrimonium onvoldoende snel vernieuwd en
energiezuiniger gemaakt.
De federale overheid heeft de fiscale steun voor
renovatiewerken fors afgebouwd. We hebben gemerkt dat het aantal hypothecaire
leningen voor woningrenovaties dan ook fors is gedaald. Het aantal vergunde
woningrenovaties ging er eveneens op achteruit. De VCB wil een gelijkaardig
scenario voor nieuwbouw vermijden. De woonbonus is van cruciaal belang om
tweeverdieners een eigen eerste woning te laten bouwen waardoor minder mensen
op de private en sociale huurmarkt aangewezen zijn.
De hypothecaire rente bevindt zich momenteel op een
bodemkoers. Van deze situatie moet de overheid gebruik maken om de woningbouw
opnieuw fors aan te zwengelen. De overheid stelt steeds hogere eisen op het
vlak van duurzaamheid en energiezuinigheid. De overheid moet de Belgen dan ook
helpen om de drempel voor een zeer energiezuinige woning te nemen. Initieel
leidt zo’n woning tot een hogere meerkost. Daar staat wel een lagere woonlast
tegenover op langere termijn.
Concreet heeft de VCB de volgende vier eisen:
- de regionale overheden moeten de woonbonus integraal blijven aanwenden om de bouw van extra nieuwe woningen en extra investeringen in woningrenovaties te ondersteunen bij al de kandidaat-bouwers en verbouwers zonder inkomensgrens;
- als zij onvoldoende aanvullende middelen vinden om de woonbonus ook voor de aankoop van een woning toe te passen, moeten zij voor de afbouw van deze steun wel in een overgangsregeling voorzien;
- doordat federale en regionale steunmaatregelen vanaf 2014 samenkomen bij de regionale overheden, is een coherenter woonbeleid mogelijk. Hiervan moeten de regionale regeringen gebruik maken om aanvullend bij de woonbonus die voor elke kandidaat-bouwer en -verbouwer is bestemd, substantiële premies voor nieuwbouw en renovatie te realiseren voor bepaalde doelgroepen van minder bemiddelde gezinnen. Dat alle fiscale steunmaatregelen voor de woningbouw voortaan in regionale handen zijn, is ook een unieke gelegenheid om aanvullend over te gaan tot een verlaging van de onroerende voorheffing en van successie- en registratierechten bij investeringen in woningbouw;
- de regionale overheden mogen de middelen vanuit de woonbonus niet aanwenden voor de bouw van extra sociale huurwoningen. Daarvoor bestaan reeds andere budgetten op regionaal niveau.
Een fors steunbeleid voor de particuliere woningbouw zal
leiden tot een extra woningaanbod, tot minder schaarste en aldus tot dalende
woonprijzen. De tewerkstelling in de Belgische bouw is de laatste jaren continu
gestegen. Maar in 2012 merken we op Belgisch niveau opnieuw een terugval met
een duizendtal jobs (zie bijlage).
Een stevige ondersteuning van de woningbouw zal de
tewerkstelling in de bouw- en de bouwverwante bedrijven op korte termijn
opnieuw met een enkele duizenden kunnen doen toenemen. Deze steun zal een
belangrijke impuls voor de relance van onze economie geven. We hebben berekend
dat een heropleving van de bouw het BBP op nationaal vlak met 0,3% kan doen
groeien. De bouw kan dus het verschil maken tussen recessie en groei.
Tenslotte zullen investeringen in energiezuiniger nieuwe
en bestaande woningen de invoer van fossiele brandstoffen doen afnemen. De
laatste jaren was onze handelsbalans elk jaar opnieuw deficitair. Forse steun
van de overheid voor energiezuinige nieuwbouw en renovatie zal trouwens niet
alleen de invoer verminderen. Zij zal de Belgische woningbouw op het vlak van
duurzaamheid en energiezuinigheid een meer vooraanstaande voorbeeldfunctie in
Europa bezorgen, wat de export van nieuwe bouwconcepten en bouwproducten zal
bevorderen.
Voor meer informatie:
Contacteer Marc Dillen, directeur-generaal van de
Vlaamse Confederatie Bouw, 0475 72 01 72.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten